Zo zacht of zo duur als Eiderdons?

Dag 29. 222 km.

Skagaströnd, dinsdag 8 augustus 2023. 18 graden en bewolkt. Rond vier uur zon.

Zo zacht als Eiderdons, of zo duur als Eiderdons?

Beste Allemaal,

Vanmorgen weer vroeg opgestaan. En dat heeft een reden. Op de meeste campings hebben ze maar een paar toiletten en een of twee douches. Als het druk is dan moet je in de rij staan maar wij hoeven dat nooit. Om zes uur staan we onder de douche. En de tweede reden is dat je dan ook vroeger arriveert op de volgende camping en dan ben je meestal ook een van de eersten en kun je je eigen plekje uitzoeken EN je hebt dan zeker elektriciteit. Want vaak zijn er maar een beperkt aantal aansluitingen.

Wij hebben nog even de route doorgenomen en gekeken wat we allemaal onderweg tegen zouden komen en rond half negen gingen we weer op weg.

Wat opvalt:

In het landschap zijn er een paar kleine en middelgrote dorpjes. Altijd aan het water. En deze dorpjes hebben ieder een eigen kerk. Maar wat opvallend is dat je vele kleine houten kerkjes midden in het landschap ziet bij maar een of twee huizen. Meestal een boerderij. Ze zijn van hout en vaak wit geschilderd maar sommige hebben ook andere kleuren. Vandaag zagen we nog een hel blauw kerkje. De kerkjes zijn meestal besloten maar zien er opvallend goed uit. Ze zijn wel een sierraad in het landschap.

Nog een weetje.

Je ziet hier opvallend veel eenden. Allerlei soorten. Miljoenen. De Eidereenden zijn belangrijk vanwege hun dons. Ze zijn ook groter dan een gewone eend. Dekbedden gevuld met eiderdons zijn exclusief en heel duur. Maar dat komt ook dat de donsveertjes handmatig door gecertificeerde boeren geoogst mag worden.

Als een vrouwtjes eend een nest maakt dan plukt ze donsveertjes van haar lijf en vult daar haar nest mee om zo de eieren warm te houden. De boeren verzamelen deze donsveertjes door de nesten af te lopen en te zoeken en het dons te verzamelen. Kijk maar eens wat een dekbed of slaapzak van eidereenden dons kost? Rond de 15.000 euro!!!!!!!

Van Olafsfjördur naar Siglufjödur. Dit is een stadje met een prachtige ligging aan het diepste punt van een fjord met dezelfde naam. 40 km onder de poolcirkel. In de winter is het ook een voortreffelijk skioord.

Ooit was het een belangrijke havenstad. En de haaienvangst was toen een grote bron van inkomsten vanwege de vistraan die gebruikt werd voor verlichting. In de twintigste eeuw beginnen de Noren hier met de haringvangst en vele vonden hier werk door het pekelen van de haring. Maar daarna liep alles terug en moest een lange tunnel het dorpje meer ontsluiten en nu neemt het toerisme gelukkig weer toe.

Daarna door Hofsós, Ook weer prachtig geleden dorpje. Maar ook weer heel afgelegen. Ze hebben er een IJslands emigratie centrum. De levensomstandigheden waren hier vroeger zo slecht en tien er ook nog in 1875 de vulkaan Askja uitbarstte verlieten hier tussen de 16.000 en 20.000 mensen om in. Canada en Amerika een beter bestaan op te bouwen.

En weer door naar Vermahlid. Maar ondertussen nog het plaatsje Hólar bezocht. Een voormalige bisschopsstad. Je ziet al van ver de toren van de kathedraal. Helemaal van hout. Het was rond 1100 een cultureel en politiek centrum. Nu hebben ze er zelfs een Hogeschool voor de ruiterij.

Ook hebben we daar nog een prachtige turfboerderij gezien.

Nu zitten we op een camping Skagaströnd.

En wat hebben we weer genoten van dit indrukwekkende landschap dat om elke hoek er weer anders uitziet.

“MET GELUK IS HET NET ALS MET GEZONDHEID, ALS JE ER NIETS VAN MERKT, BETEKENT DIT DAT HET ER IS”.

Dus voor nu weer een warme groet en leef en geniet van de momenten die er toe doen.

Piet.